Het is nog vrij onduidelijk wanneer er voor het eerst loon werd betaald door werkgevers. Vroeger werd het vooral ingezet als een vorm van ruilhandel. Iedereen heeft wel eens gehoord van handjeklap, hiermee kun je het vergelijken. Arbeid en loon werden tegen elkaar geruild. Om van loonuitbetaling te spreken moet er in het specifiek een werkgever zijn, een overheid of een religieus orgaan. Alleen dan is er sprake van een uitbetaling van loon. Loonservice of salaris betekend letterlijk een zoutrantsoen. Het was vroeger de betaling van een Romeins soldaat. In de gebieden waar toen de zout schaars was werd dit een lange tijd als betaalmiddel gebruikt. Het loon wordt als een noodzakelijke voorwaarde beschouwd voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Volgens een Burgerlijk Wetboek wordt het loon gezien als tegenprestatie waarop de werknemer recht heeft, voor het arbeid die de werknemer verricht voor zijn of haar werkgever. Loonberekening kan ingezet worden om na te gaan hoeveel loon je verplicht bent te ontvangen. Het wordt echter niet altijd in de vorm van geld verstrekt. Kost en inwoning, onderricht en verstrekking van een woonruimte kan ook gezien worden als een vorm van loon. De overige vormen van loon kunnen zijn; effecten, bonnen, vorderingen, verzorgen van diensten of voorzieningen zoals kost en inwoning, gebruik van een woning, verstrekken van goederen zoals een fiets, computer of een auto. De hoogte van het loon wordt meestal bepaald naar aanleiding van het CAO. Het heeft te maken met de functie, werkervaring, opleiding en inzet. De werknemer en werkgever zijn vrij om hierover te onderhandelen. In de meeste gevallen als een werknemer solliciteert vanuit een bestaande baan, dan zal de werkgever een aanbieding doen qua loon die iets boven het oude loon ligt. Dit zorgt ervoor dat het aantrekkelijk wordt voor de werknemer om de functie te accepteren. |
http://www.cbbs.nl/ |